Honger 2
Ik eet, ook als ik geen honger heb.
Ik merk hoe gulzig ik kan zijn,
gewoon maar zin heb om te eten,
alsof mij dat gelukkiger zal maken,
alsof ik mij dan beter zal voelen.
Ik weet dat het niet helpt.
Toch doe ik het.
Ik sta er niet bij stil.
Nu wel.
Ik stil een andere Honger.
De Honger van de Ziel.
Ik lees in een Boek:
“ … ‘Omdat de Ziel
geen meesteres is over zichzelf,’
zegt Thseng-tseu,
‘kijkt men, maar ziet met niet;
luistert men en hoort men niet;
eet men en proeft het voedsel niet.’
Wie de ware smaak van zijn voedsel onderscheidt
kan nooit gulzig zijn. …” *
Ik laat de woorden helemaal binnenkomen.
Het is geen Toeval dat ik dit nu lees.
Ik proef de woorden.
Ze smelten op mijn tong,
ze strelen mijn oren,
ze vullen mijn hart.
Ik zal niet meer zo gulzig zijn
en daardoor moeten missen
wat Nu gesmaakt kan worden.
* (Henry David Thoreau in Walden, p 231)
(87)