Spijt
Spijt komt altijd na de feiten.
Spijt dat ik niet zei wat ik zeggen moest,
niet deed wat ik doen moest,
dat ik vergat wat ik wou,
dat ik de ander niet begreep,
niet zag wat ik zien moest,
niet hoorde wat ik horen moest.
Spijt vult mijn hart,
tot het overloopt
en vanzelf gaat spreken.
Mijn Hart geeft mij mijn Spijt terug
en legt het in mijn hand,
alsof het een cadeautje is,
een waardevolle Parel.
Ik weet nu wie ik veronachtzaamde
en meer zou willen zien,
meer zou willen horen.
Ik zal de Parel goed bewaren.
(86)