Monkey Mind

11 april 2019 Uit Door nikol

Ik zet mij neer onder een Boom om te rusten.
Prompt vallen er tientallen aapjes uit,
recht in mijn nek.
Ze trekken aan mijn haren,
mijn neus en mijn oren.
Ze willen me doen opstaan,
me meetrekken in de bomen.
De ene trekt aan mijn linkerarm,
de andere aan mijn rechter,
zodat ik bijna uit elkaar val.

“Stop!” roep ik luid.
Ze stoppen wel met trekken,
maar springen op mijn hoofd,
tateren met schrille stemmetjes
en trekken gekke bekken.
Ze laten me geen seconde
met rust.
Ik word er knetter van.

Ik sluit mijn ogen
en besef dat ik de Boom
helemaal vergeten was.

Nu voel ik zijn Stam in mijn rug,
zijn Wortels onder mij
en zijn Kruin
hoog boven mij.
Ik adem diep in en uit.

Vanuit mijn buik,
komt een Lied naar boven.
Het reikt tot aan mijn keel
en komt als vanzelf
naar buiten.

Ik zing en luister verbaasd
naar mijn eigen Stem.

De aapjes worden er stil van
en trekken zich terug.

Eindelijk vind ik rust
hier vanbinnen.

(67)