Orde op Zaken

Met andere ogen
kijk ik rond,
hier Binnen
in mijn Koninkrijk.

Is dit echt allemaal van mij?
Heb ik dit zelf gecreëerd?
Ben ik er tevreden mee?
Niet echt, nee.
Tijd om Orde op Zaken
te stellen.

Mijn eerste werk is
het vastleggen van Grenzen.
Tot waar loopt mijn Koninkrijk
en waar begint die
van een ander?
Hoe baken ik af?
Laat ik het door anderen bepalen
of neem ik zelf de ruimte
die ik nodig heb?

Toen ik hier nog incognito
rondliep,
vroeg ik het mij niet af.
Ik liet gebeuren.

Nu ik een Kroon draag,
moet ik mijn Wetten
en Grenzen bepalen.
Ik ben verantwoordelijk.

Er is nood aan
een duidelijk beleid,
een goed bestuur.
Alle Onderdanen
zitten te wachten
op Richtlijnen.

Het valt me zwaar.
Ik weet niet
hoe ik hieraan
moet beginnen.

Een koude wind waait.
Regendruppels vallen
zomaar uit het Niets,
als tranen uit
een Heldere Hemel.

Ik zet mij neer bij mijn Boom.
Mijn Helpers komen naar me toe.
Ze zijn mijn Raadsleden.
Ik ben niet alleen,
ik kan Raad vragen.
Mijn Hart wordt rustiger.

Ik spreek mijn Volk toe
en stel ook hen gerust.
Ik zal regeren
met Liefde en Geduld.

Ik wil samen met hen
een Koninkrijk
uitbouwen,
waar we ons allemaal
goed bij voelen,
waar we helemaal
en terecht
trots op kunnen zijn.

Mijn Volk is enthousiast.
Ze staan achter mij
en ik achter hen.
We gaan ervoor!

(62)