Weinig zin
Ik heb niet zoveel zin
om naar binnen te gaan.
Liever blijf ik buiten staan.
Er is meer afleiding,
zoveel te doen,
zoveel te zien.
En ik kan kiezen
om alleen leuke dingen
te doen en te zien.
Waarom zou ik dan
naar binnen gaan?
Ik weet wel waarom,
maar ik heb zo weinig zin.
Weerstand heet dat.
Angst om te voelen,
de pijn, het verdriet,
de confrontatie …
Is het dat?
Of is het zelfbeklag?
Wil ik mij liever
wentelen in een poel
van emoties en onvrede?
Hierbinnen zijn nochtans
interessante dingen te ontdekken,
dat weet ik wel.
Voorbij de pijn en het verdriet,
veel dieper, veel verder,
ligt een zaadje te wachten,
de kiem van mijn bestaan.
Het vraagt permissie
om naar buiten te komen.
Daarom moet ik eerst
naar binnen gaan.
(50)